Leerlingen die pagina's volpennen terwijl jij een antwoord van twee regels verwacht. Leerlingen die hun hele cursus overschrijven waar het juiste antwoord wel ergens tussen staat, maar waar jij als leraar het kaf en het koren nog moet scheiden. Of leerlingen die maar de helft van de vraag beantwoorden. En hoe leer je leerlingen dat verschillende antwoorden kunnen, maar dat sommige antwoorden echt wel beter of sterker zijn dan andere? Hoog tijd om mijn leerlingen te trainen op het het onderscheiden van hoofd- en bijzaken. Nodig Leerlingen: cursustekst die leerlingen op voorhand al gelezen hebben. Leraar: werkblad Welk Woord Weg Voorbereiding Maak het werkblad Welk Woord Weg: bij deze oefening selecteren leerlingen normaalgezien welk woord inhoudelijk niet in het rijtje past en dan benoemen ze wat het verband is tussen de andere woorden. Deze Welk Woord Weg werkt anders: - vertrek vanuit een vraag die leerlingen moeten beantwoorden - selecteer in de lestekst een vijftal belangrijke woorden die in het antwoord kunnen thuishoren. - voorzie een antwoordkader waarbij leerlingen eerst 1 woord uit de lijst moeten schrappen dat ze het minst nodig hebben om een antwoord te geven op de vraag. Daarna schrappen ze nog een extra woord. In de laatste oefening mogen ze nog 1 woord overhouden. Tip: voorzie de vijf (of zes) woorden ook op losse papiertjes. Wanneer leerlingen in de klas redeneren, kunnen ze aan groepsleden sneller zichtbaar maken wat ze bedoelen. Dat voorkomt ook veel nodeloos gegom en gekriebel. Voorbereidingstijd Eens je je werkblad hebt, kost de voorbereiding je nog hooguit 10 minuten om de woorden aan te passen en woorden op losse papiertjes te voorzien en te knippen. Hoe? Zo! STAP 1: De lesvraag verschijnt op het bord. Leerlingen krijgen een drietal minuten om het antwoord te formuleren. STAP 2: Kleur bekennen. Leerlingen geven aan of ze de oefening moeilijk of gemakkelijk vonden. STAP 3: Leerlingen vormen groepjes van minstens 3 en krijgen het werkblad voorgeschoteld. Iedere leerling noteert best op zijn eigen werkblad. Want wanneer ze moeten noteren wat ze eerst mondeling zeiden, komen ook nog vaak vragen opborrelen die hun argumentatie sterker maken. Als maar één leerling noteert, botsen ze minder op hun grenzen die leervragen oproepen. Tip: Je biedt best genoeg begeleiding tussendoor. Passeer gerust elke keer met de vraag: welk woord moet volgens jullie weg en waarom? Hun redenering luidop verwoorden helpt hen erg om puzzelstukjes op hun plaats te laten vallen in hun hoofd. STAP 4: Leerlingen gaan weer alleen zitten en krijgen een drietal minuten om de lesvraag opnieuw te beantwoorden. Dit doen ze best op een nieuw blad of op de achterkant van hun eerste blad. Want als ze hun eerste weer zien, baseren ze zich daar weer te veel op. STAP 5: Kleur bekennen. Leerlingen geven aan of ze de oefening moeilijker of gemakkelijker vonden dan aan het begin van de les. Dit werkt omdat...
Groeikansen Aan het einde van de les gaven leerlingen aan dat ze het even moeilijk vinden om de lesvraag te beantwoorden, nochtans vormden ze een hele les lang interessante analyses en antwoorden op diezelfde lesvraag. Ze kunnen het dus wel, maar voelen nog niet dat ze het effectief beheersen. Ik moet nog op zoek naar een manier om leerlingen bewust te laten worden van de leerwinst die ze boekten. Misschien helpt herhaaldelijke training? Wordt alleszins vervolgd. Conclusie: aanrader of afrader? Aanrader
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Welke werkvorm werkt echt? Tips & tricks.
|